Hij stelt compromisloos hoge ambities voor de jeugdhulp in Nederland. Om de beweging naar nul kinder­mishandelingen, nul suïcide, nul separaties en nul uithuisplaatsingen te versnellen. En blijft erachter staan, zoals hij ook zijn medewerkers erachter laat staan. Zelfs als het ingewikkeld wordt. Of als het op kritiek stuit. Afgelopen maand heeft kinderpsychiater Peter Dijkshoorn afscheid genomen als bestuurder bij Accare. Daarmee stopt ook zijn rol als portefeuillehouder waardenetwerk ‘Gezond Opgroeien’ in het bestuur van de Nederlandse ggz.

Een gesprek

Even voor de goede orde: natuurlijk verdwijnt Dijkshoorn niet uit het netwerk. De nieuwe organisatiestructuur van de Nederlandse ggz gaat juist uit van de netwerkgedachte. “Dus ook in mijn nieuwe functie als ambassadeur lerend jeugdstelsel bij de Vereniging Nederlandse Gemeenten hoor ik er helemaal bij, vind ik, per definitie.” Dijkshoorn gaat er aan de slag met dezelfde thematiek, alleen dan landelijk. “Als wij niet kunnen voorkomen dat iemand zich suïcideert, dan zijn we daar stuk van. Maar dat niet alleen. We vinden ook dat we gefaald hebben.”

Ook de afgelopen jaren heeft Dijkshoorn zich hard gemaakt om de jeugdhulp in de ‘lerende modus’ te krijgen. “Leren wil ook zeggen dat je fouten mag maken. Dat overigens niet hetzelfde is als ‘het uitrollen van allerlei plannetjes’. Nee, leren moet wel gebaseerd zijn op opgebouwde kennis. Daar gaan soms jaren overheen.”

Kijk eens waar we vandaan komen

Morgen een oplossing. Dat gaat niet. Dat gaat bij kanker ook niet. “Als wij niet kunnen voorkomen dat iemand zich suïcideert, dan zijn we daar stuk van. Maar dat niet alleen. In de jeugdhulp voelen we daarbovenop echter dat we iets niet goed hebben gedaan, dat we gefaald hebben. Daar moeten we vanaf. Het staat ons leren in de weg.

We hebben veel bereikt in de jeugdhulp, vindt Dijkshoorn. “En natuurlijk belichten we vaak wat er nog niet goed gaat. Maar hé, kijk ‘ns waar we vandaan komen. Alleen al in mijn eigen organisatie; we hadden vijftien jaar geleden 400 separaties per jaar. Nu gemiddeld nog nul tot vijf.”

Lees het complete interview in het e-magazine Gezond Opgroeien van de Nederlandse ggz.